‘Het spoor van Barneveld-Noord is nog leeg. De dag is onderweg. Dorpen ontwaken als de rails gaan zingen, sommigen horen ze in de verte, anderen staan al bij de halte. De baas van het ministerie naast de student, de arts naast de schoonmaker. Bij de halte zijn we allemaal gelijk’. (Bron: Reizen door de metropool – Casper Postmaa, Vera de Jonckheere). Zo zou de schrijver Louis Couperus zijn woorden wellicht vertalen voor Barneveld.
Met als gedachte: een spoorlijn legt verbinding. Oók dankzij dwarsliggers. Van de vroegste ochtend tot in de late avond. Een onverwacht gesprek van Barneveld-Zuid, richting het Transferium, station Noord. Langs weilanden, woonwijken, de kerktoren in het licht dat doorbreekt. Het maakt niet uit wie je bent, want onderweg zijn we elkaars gelijken.
In de treincoupé lichten gezichten op. Reizigers tikkend op of turend naar een scherm. Er is contact. Dankzij techniek. De connectie met elkaar op afstand. Gedachten diep weggezonken en airpods weggestopt in oren. Stilzwijgend, wegkijkend van de andere passagiers in de coupé.
Lieve mensen, van harte welkom in het Schaffelaartheater. Een bijzonder woord van welkom aan onze nieuwe inwoners die in 2024 in de gemeente zijn komen wonen. Fijn dat u de moeite heeft genomen om hier vanavond aanwezig te zijn en ik hoop dat u zich welkom voelt in onze gemeente.
Allereerst wens ik u allen namens het gemeentebestuur een gezond, hoopvol en hartverwarmend 2025 toe. Persoonlijk voeg ik daaraan toe: veel heil en zegen voor dit nieuwe jaar.
Geachte aanwezigen,
Steeds vaker horen we grote woorden om eens heen. Woorden die veroordelen. Woorden die ‘populair’ zijn en gehoor vinden bij vooral gelijkgestemden. Steeds meer mensen leven op zichzelf. Je zou het ook ‘aan elkaar voorbij leven’ kunnen noemen. Onder het mom van ‘elkaar de ruimte geven’.
Willen we dat onze samenleving zich zo ontwikkelt? De volle treincoupé die zich in stilte voortbeweegt of de kakofonie aan meningen die verschillen vergroten? De verhalen van anderen, menselijk contact verbindt ons echter met elkaar. Het inspireert, geeft inzicht in twijfel of laat weten hoe het echt met de ander gaat. Samen vormen ze een gemeenschap. Eerlijk gezegd denk ik dat we wel wat kritischer, wat zorgvuldiger mogen zijn op onze gedachten, onze gevoelens en de manier hoe we dit uiten naar elkaar. Hebben we oog en oor voor het andere verhaal? Willen we nog van elkaar leren?
Een kakofonie. Die indruk heb ik soms als ik van een afstandje naar de politiek in Den Haag kijk. In lands bekendste vergaderzaal wordt vooral tot uitdrukking gebracht wat ‘niet moet’ of ‘waar men tegen is’. Men lijkt aan elkaar voorbij te gaan. Is het niet te makkelijk om ergens ‘tegen te zijn’? Of grote woorden te kiezen en politieke beloftes te doen die niet waar te maken zijn? Of als oplossing ‘regel op regel‘ te stapelen die de onuitvoerbaarheid vergroten? Is polarisatie een excuus om op verantwoordelijkheidsvakantie te gaan? Loze beloftes en groeiende regelzucht leiden tot teleurstelling.
Is de opdracht niet, hoewel uitdagender, om problemen bij de onderliggende oorzaken aan te pakken, te werken vanuit vertrouwen én werk te maken van het bewaren van maatschappelijke vrede?
Ik vroeg me af. Waar komt dit vandaan? Is het een verlangen naar een verleden dat nooit heeft bestaan of een verlammende angst voor de toekomst? Onzekerheid is vaker sterk in tijden van verandering. Onbehagen en wantrouwen lijken als onkruid door de samenleving te woekeren.
Is er een remedie? De filosoof Kierkegaard zei eens: ‘het leven kan alleen achteraf begrepen worden, maar moet voorwaarts worden geleefd’. Vanavond wil ik een uitnodiging doen: laten we proberen de beweging naar voren te maken. Naar de volgende halte, samen de weg van verbinding vinden.
Daarvoor is de kijk op de medemens belangrijk. U en ik zijn gelijk als we staan te wachten bij de halte. De baas van het ministerie naast de student, de arts naast de schoonmaker.
Het is één van de basisregels van onze democratische rechtstaat. Belangrijk om dit besef te koesteren. En de plaatsen van ontmoeting met oprechte interesse te blijven opzoeken. Evenals het zoeken van samenwerking en het overbruggen van verschillen. Niet telkens op hoge toonhoogte of met selectieve verontwaardiging spreken, maar met keiharde nuance. Vertrouwen verstevigen - in de overheid, in elkaar - is geen cadeautje dat je zomaar overhandigd krijgt. Samen sterker staan is loeihard werken. In Den Haag. In Barneveld.
Onze gemeente is een optelsom van levendige gemeenschappen om te omarmen. Het inwoneraantal van 63.000 is inmiddels een gepasseerd station. We doen mee voor het ‘kampioenschap brede welvaart’. Het is fijn leven hier. Met negen dorpen, nationaal en internationaal bekend vanwege de pluimvee, veel vrijwilligers, ongekende ondernemendheid, lage werkloosheid, prachtige natuur en culturele initiatieven, talloze evenementen, verschillende geloofsgemeenschappen en een bruisend verenigingsleven.
Maar let op. Kampioen zijn is één, kampioen blijven is twee. Daarom de vragen: welke voorwaartse keuzes zijn goed voor onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties? Wat draagt bij aan een verantwoorde groei van de gemeente Barneveld en het respectvol samenleven in onze negen dorpen? Laten we reëel aankijken wat daarvoor nodig is.
De verdere groei van de gemeente vraagt om meer betaalbare woningen, voldoende voorzieningen (zoals scholen) en een goede infrastructuur. En ook een sterke ‘sociale infrastructuur’. Hoewel niet altijd in euro’s of kwaliteitsnormen uit te drukken, is dit van grote waarde voor het gemeenschappelijk welzijn. Gelukkig zijn we kampioen ‘vrijwilligers’. Iets dus om zuinig op te zijn.
Over kampioen-zijn gesproken: we waren in het verleden ook de ‘bouwkampioen’ van de provincie Gelderland. We zijn in 2024 wat teruggezakt op de ranglijst. Niet dat we geen bouwplannen hebben. Integendeel, maar procedures kosten tijd. Iedereen wil meer woningen, maar moet het dan hier of liever daar?
Ik hoop dat we in 2025 weer richting het ‘bouwpodium’ gaan. Belangrijk voor zowel jong als oud.
Waar we nog wel kampioen in zijn: we zijn dé filekampioen van Nederland... De A1 tussen Voorthuizen en knooppunt Hoevelaken staat op nummer 1 in de filetop-10. Nederland verdient een verkeersveilige en betere doorstroming hier. We moeten op het goede spoor komen met onze bereikbaarheid. Diezelfde opgave hebben we ook als het gaat om het oplossen van de file op het stroomnet en de file, de wachtrij, van bedrijven die zich graag hier willen vestigen of uitbreiden. Hier zetten we dus onze schouders onder.
Waar we trouwens net geen kampioen mee zijn geworden, maar wel een prachtig rapportcijfer voor hebben ontvangen, is onze begroting. De VNG waardeerde onze inkomsten en uitgaven met een ‘9’. Daar kun je mee thuiskomen. We hebben dus als gemeente een goede financiële uitgangspositie. Tegelijkertijd weten we dat er niet aan ontkomen om te bezuinigen. De Rijksuitgaven voor gemeenten gaan naar beneden en kosten nemen toe. Geen fijne boodschap.
Het raakt inwoners, partners en niet in de laatste plaats onze eigen organisatie. Temeer we ook willen blijven investeren in ‘verantwoorde groeien’. In de eerste maanden van 2025 zullen we keuzes hierin maken, waarbij we oog voor de gevolgen willen hebben.
Dames en heren,
Grote landelijke vraagstukken komen hier samen. Zo staat Barneveld in de landelijke top 3 als het gaat om boeren die willen stoppen. Agrarische ondernemers in onze gemeente verdienen betrouwbaar beleid. Waarom dan bestaand beleid overboord gooien, terwijl nieuw beleid nog op zich laat wachten, zeg ik richting het Kabinet? Wij willen ondertussen doen wat we kunnen. Wij werken hier nuchter aan een waardevol landelijk gebied en het behoud van een zekere schaal van de agrarische sector, waardoor we waardeketens en innovaties in de benen houden. En versterken. Ook voor onze identiteit. Waardoor we, in de Foodvalley van Nederland, toonaangevend in food blijven. In denken en doen.
Overigens hoop ik dat we met onze Omgevingsvisie 2040 (voor de zomer te presenteren) en de nieuwe Strategische Agenda 2026-2030 van de regio Foodvalley, richtingwijzers creëren voor de toekomst en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn. Dat we hiermee zelf scherp hebben hoe we willen dat de plek waar we leven zich ontwikkelt. Foodvalley is immers de ‘nationale knuffelbeer’ en als we niet oppassen definiëren anderen hoe dit gebied zich ontwikkelt.
Een ander groot vraagstuk is de weerbaarheid van onze samenleving. Dit jaar vieren we met elkaar 80 jaar vrijheid. Vele comités zijn al druk bezig met de voorbereiding om te herdenken en hoe we met elkaar de vrijheid te vieren. Mooi. Maar er is een keerzijde. In zijn eerste toespraak als secretaris-generaal van de NAVO zei Mark Rutte dat ‘het tijd is om ons geestelijk voor te bereiden op oorlog’. Hierin wordt geïnvesteerd. Defensie gaat daarom onderzoeken of op bestaande kazerneterreinen intensivering mogelijk is. Zo ook in onze gemeente. Maar de reikwijdte van deze oproep gaat verder. Kunnen we een tijdje zonder water, energie of wifi? Het is belangrijk dat we ons voorbereiden op gebeurtenissen die het dagelijks leven kunnen ontwrichten.
Wat ook een disruptieve invloed zal krijgen op onze samenleving, is onze demografische ontwikkeling. We worden steeds ouder. Ook wij in Barneveld, ondanks het feit dat we gemiddeld wat jonger zijn dan de rest van Nederland. Dit is meer dan een economisch vraagstuk, het gaat om meer dan de betaalbaarheid van ons pensioen of krapte op de arbeidsmarkt. Het raakt verhoudingen tussen generaties. En wat de overheid kan doen en de samenleving zelf moet doen. Dat vraagt om activering van gemeenschapszin. Iets waar we komend jaar met o.a. een nieuwe woon-zorgvisie werk van maken.
Grote, actuele vraagstukken die aandacht nodig hebben. Er is serieus werk aan de winkel! Temeer er nog meer is wat aandacht verdient. Denk aan hoge kosten voor levensonderhoud of de toenemende druk op gezinnen. Of denk aan mensen op de vlucht die hun thuis hebben moeten achterlaten. Zaken waar wij als gemeente onze verantwoordelijkheid in nemen. Iets wat ook van mensen zelf verantwoordelijkheid vraagt. Door bijvoorbeeld invulling te geven aan de ‘samen-leef-plicht’ om mee te doen.
Een thuis hebben. Dat is waar het echt om draait. Geen vergaderzalen, maar een huiskamer waar je, je veilig voelt. Met mensen om je heen die je lief zijn. En we zijn stil als dat plots wegvalt. Afgelopen jaar heb ik meerdere keren het verdriet bij families gezien. Naast de kist gestaan van veel te jong overleden inwoners. ‘De wind draait’ is een liedje van Matthijn Buwalda. Het verwoordt de onmacht die ik ervaar, wanneer ik te maken krijg met dit immense verdriet in het leven van mensen. Het liedje verwoordt het zo: ‘Ik wou dat ik de wolken voor je weg kon duwen, maar dat kan ik niet, dus kom ik in de regen naast je staan.’
Een mensenleven laveert. Tussen wanhoop, verdriet, maar gelukkig ook momenten van geluk. Elke dag zijn er kleine wonderen, al worden ze niet allemaal opgeschreven. Momenten die houvast geven. Momenten om dankbaar voor te zijn. Om nogmaals Kierkegaard te citeren: ‘de meeste mensen jagen zo bezeten het geluk na, dat ze eraan voorbijlopen’. Het kleine, het eenvoudige, geeft de moed om door te gaan op onze reis. Zoals een herfstwandeling in het Schaffelaarse, Boeschoter of Speulderbos. Een winterse snertloop in De Glind of de wekelijkse inloopochtend in De Hofstee te Stroe. Een vrolijk kind dat in de zomerzon bij de fontein speelt op het Bunckman- of Raadhuisplein. Initiatieven die mensen zelf ondernemen. Zoals de Doendenkers. Of door ‘samen te zingen tegen eenzaamheid’. Stuk voor stuk ‘blijmakers’. Maar je moet het wel willen zien.
Dankbaar ben ik ook voor de inzet van onze hulpdiensten. Het hele jaar door. En vorige week tijdens de jaarwisseling. Het is altijd weer spannend, maar fijn dat de jaarwisseling dit jaar gemoedelijk is verlopen en grote incidenten zijn uitgebleven.
Lieve mensen,
Ik rond af. Hoe komen we in deze veranderende, zoekende, 1.000-meningen-samenleving bij het volgende station? Wat maakt dat we naast elkaar staan bij de halte en samen verder reizen?
Door elk ogenblik, elke ontmoeting als kans te zien om iets ten goede te veranderen, zo zei Rabbijn Soetendorp bij zijn bezoek aan Barneveld. Op het treinstation, in de supermarkt of op je werk, in de kerk of moskee, bij de sportclub, muziek- of dansvereniging. Waar dan ook.
Hij gaf ons mee dat ‘wederzijds respect’ een werkwoord voor eenieder is en we hoop moeten houden.
2025 wacht. Laten we voorwaarts leven. De kakofonie voorbij. De ander vanuit vertrouwen benaderen. Waarbij we meer oog hebben voor een gedeelde toekomst en minder terugkijken op een verdeeld verleden. Door kleine wonderen te omarmen. En als gelijken werk te maken van gemeenschapszin. De baas van het ministerie naast de student, de arts naast de schoonmaker.
Dank u wel.