Column van burgemeester Dr.Asje van Dijk ‘Het zijn akelige beestjes die bloedluizen’

Gemeente Barneveld
Gemeente Barneveld
Foto: Barneveld.nieuws.nl

Het zijn akelige beestjes die bloedluizen. ’s Avonds en ‘s nachts bespringen ze de kippen als ze op stok gaan en zuigen dan bloed uit de hennen. En wat is bloed? Een levensader toch, ook voor kippen. Maar nu lijkt die bloedluis niet alleen de kip maar onze hele pluimveesector te bespringen. “Wat nu weer?” hoor ik aan de keukentafels. “Hoe komen we deze crisis weer te boven?”

Net de vrees voor de vogelgriep en de ophokplicht achter de rug en nu dit weer. Dan voel je de pijn die de boerengezinnen treft. Wat worden onze kippenboeren en –boerinnen hard geraakt door de fiponilbesmetting. Fipronil, het bestrijdingsmiddel dat door een Barnevelds bedrijf in de stallen werd gespoten om de bloedluis te bestrijden. Het leek een wondermiddel maar het wordt een molensteen om de nek van onze pluimveesector.

Twee weken geleden kwamen de eerste signalen; woensdag 26 juli werden alle bedrijven die met het bedrijf uit Barneveld zaken hadden gedaan, uit voorzorg door de Nederlandse Voedsel en Warenauthoriteit (NVWA) op slot gezet. “Eieren van tientallen pluimveebedrijven besmet met fipronil” kopten de media. Vrijdag maakte die NVWA bekend dat men bij 21 bedrijven een te hoog gehalte van het luizenbestrijdingsmiddel had aangetroffen. Dat zou echter meer kunnen worden want nog niet alle laboratoriumtesten waren afgerond, zo werd erbij gezegd.

Die vrijdag gingen ook op ons gemeentehuis de alarmbellen rinkelen. Want wie eieren zegt, zegt Barneveld. In onze Gelderse Vallei zijn circa 220 pluimveebedrijven actief en we staan nationaal en internationaal bekend als Poultry Valley. Contacten gezocht met LTO-bestuurders en ook daar was men zich bewust van “code geel”. We spraken af maandagochtend vroeg de situatie opnieuw te bezien en elkaar te ontmoeten. Die vroege maandagochtend bleek het echter al “code rood” en schatten we in dat het zeker om 50-60 bedrijven in onze regio zou kunnen gaan die besmet zouden kunnen zijn met fipronil. In de loop van de dag maakte de NVWA de eerste 31 bedrijven bekend waarvan de eieren een gevaar voor de volksgezondheid vormden. En dat zou die week nog diverse malen vervolgd worden met nieuwe bedrijven die aan die lijst werden toegevoegd. Na overleg met de buurgemeentes in de regio besloten we samen met de pluimveeorganisaties een crisisteam te vormen en ook het Poultry Expertise Centre daarbij te betrekken als informatie- en meldpunt waar boeren terecht zouden kunnen met hun vragen (telefoon 088-0206410). Ik bezocht die maandagavond de familie Mulder; hun bedrijf in Kootwijkerbroek stond op de lijst van de NVWA. We deelden met elkaar deze ingrijpende situatie met nog zoveel onzekerheid en onduidelijkheid over hoe het nu verder moest.

Ons crisisteam was druk aan het werk en verzamelde vragen van boeren. Mocht de mest van de kalveren bij een gemengd bedrijf wel afgevoerd worden? Verschillende boeren hebben meerdere kippenstallen; hoe zouden de eieren uit de onbehandelde stallen die niet besmet waren toch vrij kunnen komen? Waar zou een contra-expertise op de NVWA-laboratoriumtesten kunnen plaatsvinden? Kon je als boer zo maar spontaan zelf stallen gaan ruimen en de kippen vergassen? Mocht je ze ook gecontroleerd via de slachterij doden en daarna de destructie in? Welke manieren waren er om de stallen te reinigen en de fipronil eruit te krijgen? Vele, vele vragen volgden die werden uitgezet bij deskundigen of de NVWA.

In zo’n crisis gaat het er om bijtijds signalen op te pakken, te delen en te toetsen. Betrokken partijen aan tafel te krijgen om samen beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming te doorlopen en te vertalen naar gerichte acties. Een groot probleem bestaat doorgaans uit vele kleinere deelproblemen en daarom pel je zorgvuldig af en probeer je daaraan de acties te koppelen, informatiestromen te organiseren, de veiligheid te bewaken en ook naar buiten toe zorgvuldig in de media de problematiek te verwoorden en te adresseren. En om die problematiek goed te begrijpen moet je ook onder de boeren zelf zijn, want hun ervaringen en problemen, daar gaat het dan om.

Afgelopen dinsdagavond was de Veluwehal gevuld met 300 aanwezigen. Boeren en boerinnen waren gekomen om elkaar te ontmoeten. Verhalen en ervaringen te delen. Vragen te stellen aan de NVWA en vertegenwoordigers in het landelijke crisisteam. Banken, verzekeraars en wetenschappers van Wageningen Universiteit waren erbij om te zien waar ze kunnen ondersteunen. Raadsleden, wethouders en burgemeesters om ook om de boeren heen te staan en hun politieke contacten te benutten voor oplossingen waarmee overheden kunnen helpen. Zo leeft onze hele gemeenschap mee met onze boeren om deze crisis te weerstaan. Want, zo zei voorganger Anton Verstoep dat afgelopen zondag in het Kerkelijk Centrum Rehoboth: “Waar één lid lijdt, lijden de andere leden mee”.

In dat perspectief maakte de foto die Wim en Marja de Vries van de Biohof in Terschuur kregen van een buurman ook veel los; als een teken van hoop: de regenboog die na een heftige regenbui zich boven hun boerderij liet zien.

Dr. J.W.A. van Dijk

Burgemeester

Bron: www.barneveld.nl Gemeentesite

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen