Wat nu als de kapper niet meer in het verzorgingshuis komt?

Het is tegen koffietijd als mijn mobiel begint te trillen. Op het schermpje zie ik wie er belt en weet dan gelijk, hiervoor moet ik even ontspannen gaan zitten. Dit kan wel even duren. Nu ik heb alle tijd dus kom maar door. Dus klik ik op het groene telefoontje en zeg: “hoi”. Aan de andere kant hoor ik een bekende stem zeggen: “Ja, ik bel maar even want bij elkaar langsgaan is nu even geen optie hé. Hoe is het daar?” Kort vertel ik hoe de afgelopen dagen bij ons verlopen zijn en eindig met; ”en bij jou dan?” Ze is vrijwilliger in een verzorgingshuis en vertelt wat haar zoal is opgevallen de afgelopen week. “Weet je dat we nu in papieren bekertjes de koffie, thee en drankjes rond brengen. Het commentaar is niet van de lucht. De één vindt het doordraven en de ander heeft alle begrip. Het valt ook niet mee voor die ouderen. Eerst moet het grootste gedeelte van de bewoners verhuizen naar een ander verzorgingshuis omdat de woonplek waar ze eerst waren gewoon dicht werd gedaan in verband met het niet meer kunnen bekostigen van de zorg daar. En nu dit. Ik heb zo met ze te doen!” zegt ze.  Ze heeft zichzelf bij de leidinggevende aangemeld om extra te helpen. “Logisch toch, zegt ze, ik woon alleen en heb nagenoeg geen contacten. Al mijn activiteiten buitenshuis zijn afgezegd.”

Ze is ruim zestig en na vele jaren intensieve mantelzorg nu al weer een poosje werkzaam als vrijwilliger in een verzorgingshuis in de buurt. Het geeft haar veel afleiding en bovenal voldoening. Ze geniet ervan als de bewoners laten merken dat ze het fijn vinden dat ze er is. Haar creativiteit en vrolijke natuur is van harte welkom. Maar nu was het even een probleem of ze als vrijwilliger wel mocht doorgaan met het komen. Hoeveel meer risico brengt ze mee dan het personeel, was de vraag. Eigenlijk niets meer maar toch wilde ze onder geen beding ‘het virus’ het verzorgingshuis binnen brengen. Ze had contact gezocht met degene die over het inplannen ging en in goed overleg besloten toch gewoon maar te komen. “Alles, gaat nu anders, zegt ze, maar we maken er gewoon een gezellig gebeuren van.”  Aan alles merk je dat er een uiterste voorzichtigheid geboden is. Zo heeft elke vrijwilliger die mag komen een eigen afdeling. Als ze eerder het hele huis door moest is dit nu wel veel rustiger. Ze heeft op deze manier ook meer tijd voor de bewoners. Dan wordt het stil aan de andere kant. “Hallo ben je er nog”, vraag ik.  En ja hoor, wat ik al vermoede wordt bevestigt: ”ja ha!, maar!, wacht die mail moet ik even vast zetten” hoor ik haar zeggen. Ze zit tijdens het bellen achter haar PC en ik vermoed dat facebook en haar mailbox afgewerkt worden. Zo nu en dan wordt ze erdoor afgeleid en is even ‘uit’ haar verhaal. Dan pakt ze zo de draad weer op. Op mijn vraag hoe en wat ze nu dan allemaal moet doen probeert ze me stap voor stap uit te leggen hoe alles in het werk moet gaan. Er is veel extra werk en omdat er nu anderhalve meter gehouden moet worden vergt dat veel van haar stem. Aan het einde van de dag is ze helemaal hees. Bijvoorbeeld de menulijsten in vullen op afstand. Voor dat de slechthorende en ook nog slechtziende mevrouw of meneer begrijpt welke keuze ze kunnen maken vergt dat best wel even tijd. Gelukkig is de beloning meestal een dankbaar gezicht en daar doe je het toch voor. Een ander effect geeft het harde praten dat je colléga op de andere afdeling ineens roept,” hé ben jij ook aan de slag. Ik hoor ineens een bekende stem.” Dat is dan weer even heel leuk zo’n extra contact.

Veel vragen moet ze beantwoorden. Bijvoorbeeld hoe dat nu moet met de kapper. Haar oplossing is dat ze het verzorgend personeel zal vragen wat extra spelden en elastiekjes mee te nemen. Iedereen dan maar een vlecht op het hoofd. “Eigenlijk nog niet eens zo gek allemaal weer langhaar,” had één van de bewoners gegrapt. De mannen allemaal een staartje in de nek, of bot afgeknipt. Het zal wel even wennen worden,” had ze er vrolijk aan toegevoegd. Ze ziet het al voor zich en het duurt niet lang of de hele groep lacht om het hardst. Ze zaten ruim uit elkaar gezet en toch samen in de koffiekamer. Ook komt de opmerking: Anders hadden we vandaag ons beweeg halfuurtje. Hoe gaan we dat nu doen. Helaas met ballen gooien dat wordt hem niet. De afstand van anderhalve meten gooien over en weer en dan vangen? Nee, doe maar niet. Maar als ze er toch zijn kunnen ze wel even met de voeten stampen en benen zwaaien als je dat kunt. Zo zonder contact ieder voor zich. Kijken wie het verste met zijn armen omhoog kan komen. Na maar een paar minuten verschijnen er blosjes op de wangen van de dames en heren. Missie volbracht. En dan komt alweer de volgende vraag; “Maar hoe moet het nu met de post?” Tja dat is wel even een dingetje. Ze hadden begrepen dat de post voorlopig niet rond gedeeld gaat worden. Het staat nu onaangeroerd, beneden in de hal en de nieuwe regel is dat het pas na vierentwintig uur naar de afdelingen gebracht mag worden. Besmettingsgevaar of niet. Voorzorg voor alles.

Het is even slikken maar misschien moesten ze zich er maar even inschikken. Het is niet anders. Omdat er hier en daar best wel veel personeel en vrijwilligers thuis moeten blijven om verschillende redenen heeft ze zich ook opgegeven om onbeperkt ingezet te willen worden. Of het ook op de zondag mag gelden had de leidinggevende gevraagd. Voor haar geen probleem. Omdat de kerkdiensten toch via de PC gevolgd kunnen worden heeft zij de mogelijkheid om op een later tijdstip als nog deze te bekijken. Dan besluit ze dat ze nu toch echt op moet schieten. Ze wordt over zo’n anderhalf uur weer in het verzorgingshuis verwacht. Het is zo fijn om iets te kunnen en mogen doen nu. Thuis zitten met wat voor bezigheid ook heeft ze de hele afgelopen winter al gedaan. Alleen al het blijde gezicht van die mevrouw, die pas nog moest verhuizen en nu ontdekt dat ook haar bekende vrijwilliger uit het andere verzorgingshuis hier zomaar voor haar staat is de kers op de taart. Als we afscheid nemen en ik leg mijn mobiel voor me op de tafel zie ik nog net dat we meer dan driekwartier gebeld hebben. Hoe bijzonder is dat zomaar midden op een stille dag in corona tijd. Even bijgepraat. Helaas niet tegenover elkaar aan tafel en zonder gezamenlijk een bakje koffie maar laten we hopen dat dat over niet al te lange tijd weer mogelijk is. Ik denk dat het verhaal heel herkenbaar is voor heel veel vrijwilligers. Allemaal heel veel succes met alles wat op ieder zijn pad komt. Wees voorzichtig en houd je aan de regels dan kan het zonder risico’s hopen we dan maar.

Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen