Oei, deze uitval had ze niet verwacht

Inmiddels zijn we al meer dan een halfjaar in de ‘ban’ van corona. Eindelijk heeft zij de moed bij elkaar geschraapt en is op pad gegaan. Sinds maart zitten ze zoveel mogelijk thuis.

Column door juffrouw Raadgever

Helaas moeten zij zich scharen onder de risicogroep, het zo geheten ‘dor hout’. Met verdriet in hun hart hebben ze naar de beelden op de televisie gekeken. Steken van pijn en meeleven hadden ze ervaren toen de mevrouw het lef had, hardop te zeggen, wat een hele grote groep ouderen en ‘chronisch’ zieken liever niet doet. Want niemand uit deze groep wil ‘lastig’ zijn toch? We zitten buiten en zij vertelt; Van de week deed ik een rondje winkelen om de niet eetbare artikelen weer eens aan te vullen. Ergens waar ik een grote hekel aan heb is; misgrijpen. Je kent het wel, die fles schoonmaakmiddel die ineens leeg is of de werkdoekjes die nodig vervangen moeten worden door nieuwe. De voorraad handzeep is wel heel snel opgegaan en ook die o, zo handige weggooi stofdoek-zwabbertjes. Dus hoogtijd voor een rondje. Zeker nu de hittegolf van de afgelopen tijd aan zijn einde is gekomen.” Aangekomen bij de eerste winkel zag zij tot haar vreugde dat het er rustig was. Waarschijnlijk was het vroege tijdstip daarmede oorzaak van. Vol goede moed stapte zij naar binnen en volgt de aanwijzingen van het schoonmaken van het winkelwagentje en begon aan haar ronde. Algauw ziet ze een kennis, tegenover haar, het pad in komen. Ze hebben elkaar al een hele tijd niet gezien. Het wordt een vrolijke ontmoeting. Ze wisselen wat wetenswaardigheden uit. Niets vervelends te melden gelukkig en vervolgen ieder hun pad. Als zij de hoek om komt staat daar een volgend bekend gezicht. “Zie, je wel, zegt die, heb ik toch gelijk. Ik hoorde je stem al en dacht die komt zo de hoek omzeilen. Hoe gaat het bij jullie. Lang niet gezien.” En weer wordt er even bijgepraat. Ze nemen afscheid en zij vervolgt haar weg met de gedachte: laat er alsjeblieft niet nog een bekende langs komen, zo schiet ik niks op en op deze manier vergeet ik nog de helft van wat ik moet meenemen. Gelukkig gaat het goed en kan ze door naar de volgende winkel.

Als zij daar binnenkomt en weer het ritueel van schoonpoetsen van een winkelwagentje achter de rug heeft, moet ze zich even oriënteren. Zij merkt dat het winkelen haar moe maakt. Hele dagen thuis is beslist niet goed voor de conditie. Maar het is niet anders.  O, ja ze moet boven zijn. Gelukkig is er een lift en bovengekomen loopt ze regelrecht naar een bank die wel heel erg uitnodigend staat opgesteld voor iemand die haar vermoeide benen voelt. Ze gaat er even opzitten. Heerlijk. Zeker na al haar gesprekjes en het winkelen. Haar horloge laat zien dat ze al ruim anderhalf uur op pad is.

En dan hoort ze een stem naast haar. “Jij ook hier?”  “Ja, ook toevallig jij ook? Wat is de wereld toch klein, hé, de derde keer moet jij trakteren hoor” antwoordt ze lieftallig, maar haar hoofd zegt iets anders! Ook de kennis zakt op de bank neer. Op gepaste afstand, dat wel. Even overlegt ze om op te staan, maar de stem naast haar houdt haar tegen. Ze zegt: “Wat fijn dat ik je nog weer tref. Er zit me iets danig dwars. Weet je nog dat we het er een tijd geleden over hadden dat de opvoeding van tegenwoordig zo verschilt van die van vroeger.  Ik weet niet meer of jij het er mee eens was of niet maar tegenwoordig bekruipt me het gevoel dat ik toen echt gelijk had. Nu met de corona zie je maar weer dat heel veel misstanden veroorzaakt worden door respectloosheid en egoïstisch gedrag. Zo van ikke, ikke, ikke en wat scheelt mij de rest. De goede niet te na gesproken hoor, maar discipline is ver te zoeken. Volgens mij, oorzaak de opvoeding. Weet je nog dat ik zei dat beide ouders wel moéten werken om alle ballen in de lucht te kunnen houden. De samenleving eist maar. De opvoeding wordt aan vreemden overgelaten. Tuurlijk mensen met een opleiding, maar dat zijn niet dé ouders. Dié voeden en heel klein tikkeltje veel ‘anders’ op. En nu zitten we met een heel stel onhandelbare niet te sturen groepen mensen. En weet je wat me nog het meeste stoort is dat er óver hulp vragende personen gepraat wordt in plaats van mét. Laatst op de TV spraken ze van ‘dor hout’. En dat ‘dorre hout’ kon wel eerst gekapt worden. En ik voelde me aangesproken”, besluit de kennis. Oei, deze uitval had zij niet van haar verwacht. En dat ze dezelfde ervaren had gehad was voor haar wel een teken. Maar om nu in de winkel, hier zittend op een tentoongestelde bank, op haar uitval in te gaan leek haar geen optie. Dus geeft ze haar maar gelijk en zegt er later graag eens met haar te praten. “Weet je wat, bel me vanmiddag maar. Dan heb ik alle tijd en kunnen we even van gedachten wisselen. Zeker als het je weer een beetje rustig maakt. En voor nu, er zijn ook veel jongeren die zich wel aan de regels houden. Maar we hebben het er later over, oké? Ik moet nu echt verder.” Met een zucht had zij afscheid van de kennis genomen. Naar huis had ze vlug een app gestuurd. ‘Ik kom eraan. Ben wat opgehouden.’ vergezelt met een emotie met een traan. Veel later dan verwacht was ze thuisgekomen. Toen die middag de telefoon ging was ze op een rustig plekje gaan zitten. Een beetje tijd voor elkaar is soms hard nodig. Kan het niet nu, dan maar wat later. Waar een wil is, is een weg.

Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen