Onthulling Holocaustmonument Barneveld

Op maandag 27 januari 2020 onthulde burgemeester Asje van Dijk het Holocaustmonument op het voorterrein van de begraafplaats De plantage. Dit monument gemaakt door beeldhouwer Gerard Overeem staat bij het bestaande monument voor oorlogsslachtoffers. Het monument staat symbool voor de herdenking van de slachtoffers van de massavernietiging van Joden, Roma en Sinti.

Bij het onthullen van het monument zijn gebeden van de Jizkor-en Kaddisje gebeden voorgedragen en was er een toespraak van burgemeester J.W.A. van Dijk gevolgd door een kranslegging door de Joodse gemeenschap en het gemeentebestuur.

Toespraak ter gelegenheid van de onthulling van het Holocaustmonument op 27 januari 2020

  1. Vandaag herdenken wij de bevrijding van Auschwitz… 27 januari 1945. Wereldwijd wordt er stilgestaan bij de miljoenen slachtoffers van de Holocaust; het onvergetelijke en onbeschrijflijke leed dat de Joodse gemeenschap werd aangedaan. De herinnering aan de Shoah waarin 6 miljoen joodse mannen, vrouwen, en kinderen werden vermoord door de Nazi’s. Dwars door dit diepe verdriet en machteloze woede mogen we vandaag herdenken dat er 75 jaar geleden een einde kwam aan deze ongekende barbaarsheid, deze poel des verderfs. Auschwitz, symbool van het absolute kwaad “Wo die Hölle regiert”. Een volstrekt dieptepunt in onze geschiedenis, een breuk in onze beschaving.
  2. Vandaag een herdenking die terugkijkt naar het vreselijke vuur dat alles verbrandde. Een herdenking in de hoop dat in de as van dat vuur toch iets gevonden mag worden dat waardevol is. Dat de beschaving heeft doen herrijzen. Zo staan we hier als op een evenwichtsbalk die ons verplicht te balanceren. Aan de ene zijde de wanhoop over dit verleden vol haat, dood en verderf. Aan de andere zijde de hoop dat de verzoening, de liefde kan overwinnen. Of zoals Simone Veil, de eerste voorzitter van het Europese Parlement en zelf overlevende, verwoordde: “…na de oorlog worstelde ik met gevoelens van haat en het verlangen naar wraak. …(Maar) ik zag in dat geen daad van wraak ooit de monsterachtige barbaarsheid van de Holocaust kan evenaren. Niets kon mijn vermoorde ouders en broer terugbrengen. …alléén verzoening kon een einde maken…”.
  3. Vandaag een herdenking die ons allen verplicht om waakzaam te zijn en te voorkomen dat een dergelijke volkerenmoord ooit nog zal gebeuren. Auschwitz, nooit meer! Een herdenking om te voorkomen dat we zwijgen en vergeten over toen. Met een opdracht ook nu onze stem te verheffen als we de signalen van welke haatideologie dan ook herkennen in onze tijd. In de volle overtuiging dat de mensenrechten en onze democratie beschermd moeten worden om -in vreedzaamheid, verdraagzaamheid en vrijheid- respectvol te kunnen samenleven.
  4. De Joodse schrijver Abel Herzberg beschrijft het belang van herdenken in zijn boek ‘Amor Fati’ zo treffend: “Als de kennis om het gebeurde bij zou dragen tot het inzicht in datgene waartoe de mens in staat is, en waartoe hij, als men niet oppast, kan worden gebracht, dan ware er al veel gewonnen”.
  5. Daarom zijn wij hier vandaag samengekomen en noemen wij hun namen. De in Barneveld geboren joden, om het leven gekomen in concentratie- of vernietigingskampen:
  • Emanuel Cohen, gestorven op 15 februari 1943 te Westerbork.
  • Jacob Marcus de Leeuw, gestorven op 5 februari 1943 te Auschwitz.
  • Jeltje de Leeuw, gestorven op 26 maart 1943 te Sobibor.
  • Aaltje Roeper-de Schaap, gestorven op 26 maart 1943 te Sobibor.

De in Barneveld woonachtige, maar elders geboren joden, om het leven gekomen in concentratie- of vernietigingskampen:

  • Jakob Lichtenstern, gestorven op 27 augustus 1943 te Auschwitz.
  • Wilma Schorstein-Lichtenstern, gestorven op 2 mei 1945 te Trobitz.
  • Ernest Armand Lorjé, gestorven op 28 mei 1943 te Sobibor.
  • Debora Lorje-del Valle, gestorven op 28 mei 1943 te Sobibor.
  • Lorjé, Riwka, gestorven op 28 mei 1943 te Sobibor,
  1. Negen namen van Joodse medemensen die werden vermoord.

Medemensen in Barneveld geboren of vanuit Barneveld weggevoerd naar de vernietigingskampen. Ze kwamen niet terug. We noemen hun namen want de Shoah ging niet om 6 miljoen Joden maar om 6 miljoen mensen met een naam. Unieke mensen met een eigen gezicht. Ja, ze kregen van de Nazi’s een nummer ingebrand en werden erger dan als beesten behandeld. Maar niets en niemand mag vergeten dat het om mensen, onze medemensen ging. Broeders en zusters die werden weggevoerd niet om wat ze deden maar om wie ze waren. Joden! ‘Untermenschen, zum ausradieren’. Mensen zoals u en ik. Weerloze kinderen en grijsaards, vrouwen en mannen, gezond of ziek, rijk of arm… ze deden er niet meer toe.

  1. En weet u, dat gebeurde niet alléén door de bekende Nazi-beulen maar ook door gewone mensen. Geen onmensen of monsters. Op uitzonderingen na, geen psychopaten of diepgestoorden. De ergste boosdoeners, zo hield professor Abram de Swaan (Nooit meer Auschwitz lezing 2015) ons voor, bleken hele gewone mensen die in een ongewone situatie tot ongewone misdaden konden vervallen. Of zoals Hannah Arendt met haar paradigma over ‘de banaliteit van het kwaad’ stelde: het ergste kwaad komt meestal niet voort uit fanatisme maar uit gedachteloosheid. Gewone mensen dus en dat geeft te denken. Gewone mensen die in ongewone situaties eerst meeloper zijn, dan fanatieke dwepers worden en vervolgens (Joden)jagers. Om tenslotte -in de groepsdruk en de waan van hun verblinde geest – zelfs hun schuldgevoel kwijt te raken en tot alles in staat zijn.
  2. Toen, in die vreselijke tijd van de Shoah, werd er luid geroepen dat “ze” (de Joden) onze huizen, werk en inkomen afpakten. Onze godsdienst en waarden aantastten. De eigen cultuur, architectuur of wetenschap beïnvloedden en manipuleerden. Zich vermengden met de Arische rassen om ons zo kwetsbaar en zwak te maken. Horen we varianten daarop vandaag ook weleens doorklinken? In veel landen verhardt het politieke en maatschappelijke klimaat, schreef Mabel van Oranje. “Verschillen worden uitvergroot en mensen en bevolkingsgroepen tegen elkaar opgezet. Wij tegen zij. In die verhalen wijken feiten voor beelden, en gemeenschappelijke waarden voor sentimenten.” Horen we dan bijtijds hoe complexe en pijnlijke vraagstukken in verband gebracht worden met nieuwe zondebokken? Onderkennen we dan hoe sommige leiders zich in het publieke domein als de nieuwe sterke man of vrouw presenteren? Een herdenking van de Holocaust en de bevrijding van Auschwitz houden we daarom ook om niet te vergeten en te verzwijgen. Niet te vergeten wat er toen gebeurde. En niet te zwijgen in het hier en nu omdat de tegenspraak tegen nieuwe vormen van buitensluiten, uitsluiten en opsluiten bijtijds gehoord moet worden. Je weet nooit hoe het komt en uit welke hoek.
  3. Dames en heren, Vandaag staan we samen klaar om een zichtbaar monument te gaan onthullen dat ons blijft herinneren aan die vreselijke volkerenmoord door de Nazi’s op Joden, Roma, Sinti en ook mensen met een verstandelijke handicap. Een Holocaust Memorial… opdat wij niet vergeten. Een betekenisvolle toevoeging aan ons plaatselijke monument voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Vorig jaar wendde onze Barneveldse kunstenaar Gerard Overeem zich tot mij met het verzoek een monument te mogen maken ter gelegenheid van de bevrijding van Auschwitz. Hij was op (zijn wekelijkse) bezoek bij zijn Joodse vriendin Hedda Ricardo en las daar in de krant dat er weinig animo was onder gemeentes om mee te doen aan een initiatief van Daan Roosengaarde en het landelijke 4-5 mei Comité voor een tijdelijk monument. Gerard Overeem bezocht mij en vertelde: “Ik heb toen Hedda even aangekeken en tegen haar gezegd: “Daar gaan wij wat aan doen.” Hoewel ze van de Prins geen kwaad meer wist en zich ook niet meer bewust was dat vrijwel haar hele familie was uitgemoord, verbeeldde ik me dat ze instemmend knikte.”

En zo gebeurde… We gingen samen in overleg met de Joodse gemeenschap en kregen de volmondige en unanieme instemming van onze Barneveldse Gemeenteraad. Gerard Overeem maakte een ontwerp dat paste bij het al eerder door hem vervaardigde oorlogsmonument waar we vandaag voor staan. Zijn thema: “Verscheurd maar niet gebroken”. Straks zult u de tekst op het monument kunnen lezen. Deze is gekozen uit het boek Job en in het Hebreeuws gehouwen in de harde steen. Vrij vertaald in de eigen woorden van Gerard Overeem staat daar: “Ik wilde dat mijn ellende werd opgeschreven in een boek, met een stalen pen in lood gekrast, gehouwen in een rots voor eeuwig.”

  1. Dames en heren, “Ik wilde dat mijn ellende werd gehouwen in een rots… voor eeuwig.” Gestold verdriet, gevangen in graniet. De hand van de kunstenaar zorgt ervoor dat de verschrikkingen van de Holocaust… de etnische zuivering in de Shoah… de volkerenmoord waar dan ook ter wereld, hier gehoord zullen worden. Gehouwen in een rots voor eeuwig. “Nooit meer Auschwitz”. Nooit meer… nooit meer!
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen