27 April 2020. In tegenstelling tot vele andere jaren is het prachtig weer. Het zou de mooiste Koningsdag ooit kunnen zijn.
Maar nee, het is stil in de straten. Alleen aan de Vlaggen met wimpel waaiend in de zon merk je dat het een feestdag moet zijn. Koningsdag. Waar naar mijn mening helemaal misplaatst Woning-dag van gemaakt werd. Dan had de koning het beter verwoord. Hij zei; Koningsdag thuis. Bizar, maar toch ook heel bijzonder. Dit wordt een dag die de geschiedenisboekjes in gaat als de meest stille Koningsdag ooit. Om een beetje het gevoel van een feestdag te maken doet, volgens het nieuwsbericht, iedereen zijn best thuis. De bakker op de hoek heeft bijna de hele nacht gewerkt. Hij laat triomfantelijk de repen van anderhalve meter oranje-tompouce zien. Heel veel anderhalve meters heeft hij gemaakt. “Want iedereen is thuis en wil een tompouce. Dat is dan weer goed voor mij.” Vertrouwd hij me toe. Al heel vroeg in de morgen had zich een lange rij voor de winkel gevormd. Ook extra lang want de anderhalve meter afstand moest ook hier gehandhaafd worden. Het was opvallend stil in de rij, geduldig wachtende mensen. Helemaal twee straten verderop stonden ze. Nog nooit eerder heeft hij zoiets meegemaakt. Al snel gaat de doos met de laatste oranje gebakjes over de toonbank. Dan moet hij tot zijn spijt nee verkopen. Helaas Op = Op. Het is sneu. De achtersten in de rij krijgen te horen dat de bakker ‘los’ is. Daar sta je dan zolang voor niets. En als je dan denkt ik loop wel even de supermarkt binnen die heeft vast nog wel wat oranjegebak dan heb je het mis. Alle oranje-bollen en ander gebak is al snel uitverkocht.
Zittend in het oranjezonnetje hoor ik steeds een geluid wat ik niet direct thuis kan brengen. Dus ga op onderzoek uit. Algauw ontdek ik dat het geluid uit een van de straten schuin achter ons komt. Dichterbij gekomen klinkt het herhaaldelijk ketsen van sjoelbrikken tegen elkaar. En dan herinner ik me ineens dat wat eerder op de dag een auto langs kwam met uit een van de ramen een gedeelte van een sjoelbak. Om de hoek gekomen zie ik het. Voor alle huizen staan tuinstoelen die bezet zijn door feestelijk geklede bewoners. De hele straat kleurt oranje. Hoe leuk is dat. Er staan verschillende sjoelbakken waar volop gebruik van wordt gemaakt. Alles op afstand, dat dan weer wel. Verderop staat een bingo spel klaar om gebruikt te worden. Op de tuintafel ernaast de prijzen. Te lezen staat dat verschillende winkeliers een prijsje gegeven hebben. De bingo is gratis alleen voor de bewoners. Met een kleine megafoon zullen straks de nummers omgeroepen worden. Een van de bewoners ziet me staan. “We maken er maar wat van met zijn allen. Straks gaat iedereen in zijn eigen voortuin BBQ en. Dus toch samen.” Ik zwaai en wens hem veel plezier. Dit is een van de weinige straten die het zo aanpakt. Je mag je gelukkig prijzen om in zo’n straat te wonen. Want jammer genoeg is de saamhorigheid die door de media zo breed uitgemeten wordt maar voor een klein deel van de bevolking van toepassing. Iemand moet het gaan organiseren en als iedereen denkt dat de ander het wel oppakt, gebeurt er dus duidelijk op heel veel plaatsen niets. Of zijn we te moe nu om het op te pakken. Hebben we het al geprobeerd? We staan toch ook in de rij voor de tompouce? Iets bedenken is een ding, het ook daadwerkelijk doen het andere. Wie durft het aan te pakken.
Het is stil in de straten. 4 mei 2020 Dodenherdenking. Overal zie je de vlaggen halfstok. Op De Dam in Amsterdam is het stil en bij de verschillende andere herdenkingsmonumenten zijn ook maar heel beperkt bedrijvigheden te bespeuren. Het uitvoeren en blazen van het Taptoe signaal wordt hier en daar zoals gevraagd, uitgevoerd. Indrukwekkend. Een jongen van een jaar of tien op zijn trompet. Alleen. Midden op het grasveldje van een wijk. Dat doet wat met je. We herdenken dit jaar hoofdzakelijk thuis. Het is dit jaar niet samen. En toch; Dankzij de techniek kunnen we wel allemaal ‘aanwezig’ zijn. Na het prachtige gedicht ‘Vrijheid’ van de Haagse, 16-jarige, Eva Pronk, zij vertegenwoordigt de derde generatie na de oorlog, staat daar onze koning Willem Alexander op een zogenaamde moderne zeepkist voor een bijna leeg plein. Een handje vol toehoorders. Hoe bizar is dat. De woorden, zorgvuldig gekozen, klinken over het plein. Het voelt vreemd te staan voor een lege Dam. De oorlog was toen geen keuze en daarom vieren we de Vrijheid. Hoe anders is het nu, het bijna lege plein is wel een keuze, de keuze voor leven en gezondheid. Je voelt dat de sfeer zo veel anders is dan andere jaren. We zien dat er kransen gelegd worden. Stil zitten we naar de beelden te kijken. En dan is het voorbij. En de volgende morgen 5 mei 2020 Bevrijdingsdag blíjft het stil. Het zou een heel groot feest worden. Wat een zegen 75 jaar vrijheid. Overal zou er ‘uitgepakt’ worden. Met festivals, concerten, feesten. Er is niets, helemaal niets want wij zijn zuinig op elkaar, ons land en ons volk. Samen staan we sterk. Geen risico’s. Echt niet altijd zal het van harte gaan maar we gaan ervoor. Het heet niet voor niets een Intellectuele Lock Down. Verwoord in de gewone Nederlandse taal; er wordt op vertrouwd dat elke Hollander zijn verantwoordelijkheid kent in de voorgeschreven beperkingen. Ja, toch! En daarom zijn we in deze periode van angst voor besmetting van het corona virus, heel beperkt. Zo jammer. En dan is het ook nog aanstaande zondag moederdag. Nog een feestdag met beperkingen. We kunnen het. Met een beetje veel fantasie. Vast en zeker.
Met vriendelijke groet
juffrouw Raadgever