Als ik mijn fiets tegen de heg van haar huis zet moet ik even rillen. Het is waterkoud, tenminste zo noemde mijn moeder het altijd. Duidelijk tekenen van het naderende echte herfst weer.
Stiekem hoop ik dat ze de verwarming aan heeft. Voor de zekerheid heb ik, voor mij als koukleum, een wat dikker vest aangetrokken. Je weet maar nooit. De deur zwaait open en ik word enthousiast verwelkomt. Hoe fijn is dat; je welkom weten. Vanmorgen heeft ze me gebeld of ik tijd en zin had om even langs te komen. Nou, tijd dat was wel even een dingetje, de zin is er altijd wel. Als ze me, al pratend, voorgaat de kamer in merk ik het direct. Wat ben ik blij met mijn vest. De hete thee is, bij mij tenminste, van harte welkom. We hebben het over van alles en nog wat en de tijd vliegt. Voorzichtig kijk ik op mijn horloge. Eerlijk gezegd vind ik het altijd vervelend als iemand het ziet. Net of je geen tijd wilt maken voor de ander. Mis, hoe voorzichtig ik het ook deed, ze heeft het gezien en vraagt of ik al weg moet want ze wil toch nog iets met me delen. Nu weggaan is geen optie. Terwijl zij nog een kop thee haalt, laat ik me ontspannen terug zakken in een van haar ‘luie stoelen’.
“Weet je, begint ze, neem me niet kwalijk dat ik even heel eerlijk ben. Boosheid en verdriet zijn daarvan de oorzaak. Een paar dingen snap ik even niet en ik ben toch echt niet dom. Vandaag heb ik bericht gehad dat ook wij een bedrag krijgen ter tegemoetkoming van de kosten voor de energie. Het is echt een druppel op een gloeiende plaat, eerlijk waar. Geloof je me als ik je vertel dat wij vier keer zoveel moeten betalen dan anders. Ja, het was schrikken en wij maar denken dat we goed bezig waren. Het lijkt erop dat we het verkeerd hebben aangepakt met onze keuze een paar jaar geleden. Nu, juist net nu, moeten we dus aan een nieuw contract. We hebben al een poos de verwarming een paar graden lager staan. Zeg me eerlijk, erg aangenaam is het hier niet, hé.” Ja, dat moet ik haar wel toegeven. Verre van dat. “Ma zei altijd, gaat ze verder, tegen kou kun jij je kleden. Natuurlijk. Maar een beetje warmte om je neus en voeten zou ook wel fijn zijn toch. Fijn hoor dat er zoveel over gepraat wordt overal. Maar wat schieten we er mee op. De mensen die waarschijnlijk zelf niets aan den lijve ondervinden maken het er niet gemakkelijker op. Aan tafels op bijna iedere zender wordt erover gepraat. En ze praten maar, en praten maar. Ja, er komt hulp voor iedereen wordt er beloofd. Ik word er beroerd van en zap het inmiddels weg. Helaas met praten, vul je geen gaten. Doe eens iets. Het allerergste vind ik nog wel dat tijdens dat geneuzel niemand op het idee komt dat er hier maar één lachende groep is: de energiebedrijven. Zij halen hun schouders op en houden de zakken open. Boos word ik ervan. De grootste fout is de privatisering van die bedrijven. Nu hebben zelfs buitenlandse energiebedrijven de touwen in handen. Een dik vet touw. Bij elke trilling wordt de prijs nog een beetje hoger. En wat doet onze volksvertegenwoordiging. Ze geven hun ‘hulp zorg’ en verdeling van de middelen aan de belanghebbenden. Hoe dom is dat. Het hulpbedrag dat op ónze rekeningen hoort te staan. Is de regering te lui om zelf te handelen. Het wantrouwen van de regering is zo groot. Stel je voor dat er misbruik van gemaakt wordt. En nu dan. Denken ze echt dat wij niet zelf onze achterstanden kunnen inlossen, het is beschamend. We moeten massaal niet meer gaan stemmen vind ik. Hoezo volksvertegenwoordigers. Vragen ze zich wel af hoe die achterstanden er gekomen zijn? Hoe is deze keuze in vredesnaam mogelijk, wij noemen het rekenen zonder gevoel. De beloofde hulp neemt zijn tijd. Stel je voor dat er iets van het geld bij een verkeerde terecht komt. En dat komt het dus. Bij die bedrijven die zich ermee rijk rekenen. Ik zie het ervan komen dat er maar heel weinig ‘hulp geld’ bij de gewone huishoudens terecht komt. Zou het misschien zo zijn dat in de hoofden van de verschillende Kamerleden het idee omgaat; twee vliegen in één klap: de energieknop moet nu wel omlaag, de prijzen de pan uit reizen en het milieu heeft daar profijt van. Niks meer aan doen, zo gaan we ons doel halen. Over een beetje menselijkheid hoor je ze niet. Mijn vriendin moet stoppen met haar zwemtherapie. Het water in het bad is wat betreft de warmte eerlijk, vier graden lager gezet en de maandelijkse contributie is ook met vijf euro verhoogd. Ga daar maar eens met je reumalijf in zwemmen. Echt niet te doen. Ze kwam vorige week helemaal koud thuis en heeft een paar dagen in plaats van genot van de therapie, pijn geleden.” Ze haalt haar schouders op en verteld dat voor hen geen geld binnen zal komen. Ze heeft inmiddels een rekening niet kunnen betalen en die zal voor een deel daarmee ingelost worden. Er komen ook steeds minder boodschappen in huis. Maar die niet betaalde energierekening en de rode cijfers op haar rekening doen pijn. Dat heeft ze nog nooit gehad. Hoe nu verder. Het is echt niet meer te doen. En niet alleen bij haar er zijn er veel meer. Ze vertrouwt erop dat als ze zich blijft uitspreken en dat geldt ook voor de anderen er best wel hier en daar bijgesprongen zal worden. Als ik het zo aanhoor besef ik dat achter vele deuren enorm gerekend moet worden om het hoofd boven water te houden. Er moeten vele keuzes gemaakt worden en ik hou mijn hart vast. Spreek je nood uit, alleen zo kun je elkaar steunen.
Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever