Herdenking ontruiming van de Barneveldgroep Tijdens de Tweede Wereldoorlog hoopte een groep van ruim 650 Nederlandse joden op een veilig verblijf in Barneveld. Ze werden echter op 29 september 1943 afgevoerd naar kamp Westerbork. Op 29 september 2023 werd herdacht dat zij precies 80 jaar geleden uit Barneveld werden gedeporteerd. In aanwezigheid van enkele overlevenden en vele nazaten van de Barneveldgroep vond de herdenking plaats op de eerste verdieping van de Schaffelaar bij TWR Nederland. De sprekers, waaronder burgemeester Jacco van der Tak van Barneveld vertelden de historie van deze groep.
Foto 1 Vertrek uit Barneveld in 1943
De historie van de Barneveldgroep
Toen de deportaties van ‘niet ariërs’ begonnen, waren er maar drie keuzes: onderduiken, vluchten of de gedwongen reis naar de ‘werkkampen’ in het oosten accepteren. Een van de alternatieven kreeg een groep joodse Nederlanders aangereikt door K.J. Frederiks, secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en J. van Dam,
secretaris-generaal van het nieuw in het leven geroepen
ministerie van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming . Zij gingen beide een lijst opstellen met joden die men wegens ‘landsbelang’ zou moeten vrijwaren van deportatie. In oktober 1941 vroegen ze Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart om de joden op deze lijsten vrij te stellen van deportatie naar het oosten. Uiteindelijk ging het om een groep van ruim 650 mensen. Zij werden geïnterneerd vanaf december 1942 in kasteel de Schaffelaar en Huis de Biezen in Barneveld, ter bescherming tegen willekeur van de SS. Ze waren in de veronderstelling dat ze daar de rest van de oorlog konden blijven.
Overigens werd het begrip ‘landsbelang’ waarschijnlijk niet heel streng toegepast. Clara Cohen, in het begin van de oorlog werkzaam bij Binnenlandse zaken, vertelde hierover: “Secretaris generaal Frederiks vroeg mij zo veel mogelijk van mijn familieleden op de lijst te plaatsen.” Zo kon ze minstens twintig familieleden en vrienden, die niet tot de doelgroep behoorden, meenemen naar Barneveld.
Het verblijf in Barneveld was bepaald niet geriefelijk. De huizen waren veel te klein voor de enorme groep en ook de voorzieningen waren volledig ontoereikend voor deze hoeveelheid mensen. Aanvankelijk konden de bewoners van de Schaffelaar en de Biezen zich vrij bewegen. Geleidelijk werd die bewegingsvrijheid ingeperkt. Toen mochten ze eerst alleen nog in Barneveld komen, daarna alleen nog in het park rondom de huizen, en uiteindelijk alleen nog op het terrein van de huizen. Tenslotte werden op 29 september 1943 de twee huizen ontruimd binnen enkele uren. Sommigen gingen toen alsnog onderduiken. De bewoners werden naar kamp Westerbork gebracht, met de toezegging dat ze daar konden blijven. De meesten werden echter in september 1944 gedeporteerd naar Theresienstadt.
Desondanks heeft een groot deel van de twee groepen de oorlog overleeft. De groep die uiteindelijk in Theresienstadt aankwam had het voordeel dat de nederlaag van de Nationaal Socialisten in zicht kwam. Toch was ook voor hen het leven in de concentratiekampen een bijzonder zware en angstige tijd. Wel is een groot deel van de groep, dankzij hun relatief late aankomst in Theresienstadt, gevrijwaard gebleven van deportatie naar de vernietigingskampen (de gaskamers die de Duitsers in Theresienstadt wilden bouwen waren nog niet klaar in mei 1945). Uiteindelijk is een deel van de groep in februari 1945 uitgewisseld voor goederen naar Zwitserland en is de rest bevrijd door Russische soldaten in Theresienstadt. Vrijwel de hele groep, waarbij de oudsten ruim 80 jaar waren en de jongste in Westerbork geboren is, heeft de oorlog overleefd.
Na de oorlog hebben de overlevenden hun dagelijkse werkzaamheden weer opgepakt. Maar velen deden dit ook met een schuldgevoel. Dit was ontstaan door het grote leed dat hun geloofsgenoten was aangedaan én doordat ze moreel – onterecht - werden veroordeeld omdat ze via een lijst een minder ongunstig lot hadden gekregen.
Foto 2 Kasteel de Schaffelaar met herdenkingsmonument
De herdenking
De verdeel- en heersstrategie van de nationaal socialisten heeft tot op de dag van vandaag nog zijn gevolgen. Mede daardoor is de historie van de groep tot de dag van vandaag relatief onbekend. De organisatoren hebben daarom het motto ‘herdenken om niet te vergeten’ gekozen voor deze herdenking. Tijdens de herdenking stonden de acht sprekers stil bij de historie en de persoonlijke impact die deze op het leven van hun familie en henzelf heeft gehad.
Foto 3: De sprekers van de herdenking
Marjan Sprecher fungeerde als dagvoorzitter en vertelde aan de deelnemers waarom ze samen met haar broers deze herdenking had georganiseerd. Sander Israels zette de historie van de Barneveldgroep op een duidelijke wijze uiteen; van de vorming van de lijst en de dilemma’s die de deelnemers hadden om naar Barneveld te gaan tot aan de bevrijding in Zwitserland en Theresienstadt nota bene door het Russische leger waar we nu weer heel anders tegenaan kijken.
Boris de Munick, schrijver van het boek ‘Uitverkoren in uitzondering?’ nam de deelnemers mee in de ervaringen die hij opdeed in zijn onderzoek naar de Barneveldgroep in de jaren ’80. Zowel zijn begeleiders als de geïnterviewde Barnevelders waren in eerste instantie terughoudend, want zij hadden niets meegemaakt.
Burgemeester van Barneveld Jacco van der Tak gaf het belang van de Barneveldgroep en het herdenken aan. Hij memoreerde daarbij zijn recente deelname aan het prinsjesdagontbijt waar Rabbijn Soetendorp sprak over hoop houden ondanks alles wat er gebeurd is.
Cineaste Oeke Hoogendijk vertelde over de totstandkoming van haar film ‘Een gelukkige tijd‘ in 1998. Hierin werden overlevenden van de Barneveldgroep geïnterviewd, Haar plan om de film te maken werd geïnitieerd door de weigering van haar moeder om met andere oorlogslachtoffers over haar trauma’s te praten “Moet ik een Auschwitz-overlevende gaan vertellen dat ik bij de Barneveldgroep zat en dat ik het nu zo moeilijk met de oorlog heb? Nee, geen denken aan!”. De getoonde beelden van de overlevenden in haar film maakten duidelijk welke immense impact hun verblijf in Barneveld op hun leven heeft gehad.
Karel Frederiks, de kleinzoon van de naamgever van de lijst, vertelde over de impact die het opstellen van de lijst en het bijna dagelijks onderhandelen met de bezetters op zijn grootvader heeft gehad. Secretaris Generaal Frederiks wilde zijn verantwoordelijkheden niet op anderen afschuiven. Desondanks was hij dankbaar was voor de steun tijdens de oorlog van vooraanstaande en gezaghebbende Nederlanders als oud-ministers, hoogleraren en in het bijzonder aartsbisschop de Jong.
De dochter van één van de initiatiefnemers om de lijst op te stellen, Joyce Hes, berichtte onder andere over de schrijnende tegenstelling tussen enerzijds de situatie in de tijdens de oorlog en anderzijds de advertentie van de huidige uitbater van de feestlocatie in het kasteel.
De laatste spreker was Daniel Prins, de zoon van de maker van het ingetogen herdenkingsmonument aan de voorkant van de Schaffelaar. Hij vertelde over de wijze waarop het transport naar Zwitserland tot stand is gekomen. De samenwerking tussen Himler en Jean-Marie Musy, oud-president van Zwitserland, zorgde er voor dat dit transport tegen betaling van veel geld achter de rug van Hitler werd uitgevoerd. Ook kwam naar voren dat er persoonlijke portretten zijn gemaakt van allen bij aankomst in Zwitserland. Deze portretten zijn voor 80 jaar niet openbaar. Over 1,5 jaar zullen ze worden vrijgegeven. Dit was voor de meesten der aanwezigen volstrekt nieuw om te horen.
Tijdens de afsluiting sprak Marjan Sprecher haar dankbaarheid uit aan TWR voor de gastvrijheid en hulp bij de organisatie van deze herdenking. Vervolgens maakte de groep een korte wandeling van het kasteel naar het spoor en terug naar het herdenkingsmonument waar met een minuut stilte en het uitspreken van een yizkor- en kadishgebed door holocaust overlevende Leo Zinn de middag werd afgesloten.
Foto 4 Afsluiting bij het herdenkingsmounment van Ralf Prins