Inwoners van de
gemeente Barneveld die huishoudelijke ondersteuning krijgen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn zeer tevreden over de hulp. Dat blijkt uit een kwaliteitsonderzoek dat de gemeente liet uitvoeren. Aan het onderzoek hebben 121 cliënten meegedaan. Daarmee zijn de uitkomsten van het onderzoek representatief. De gemeente Barneveld heeft veel waardering voor de huishoudelijke hulpen die vanuit de aanbieders van huishoudelijke hulp het werk uitvoeren. Dankzij de huishoudelijke ondersteuning kunnen inwoners langer zelfstandig thuis blijven wonen.
Een belangrijk resultaat waar op gemeten wordt, is ‘een schoon en leefbaar huis’. De cliënt geeft zelf aan wat er gedaan moet worden. Het resultaat telt. En dat resultaat scoort goed! Maar liefst 96% van de ondervraagden geeft aan hier (heel) tevreden over te zijn. En 97% van de respondenten is (heel) tevreden over de hulp. De tevredenheid met de aanbieder scoort lager, namelijk 66%. De belangrijkste reden daarvan is dat er weinig contact met de aanbieder is. De cliënt heeft direct contact met de hulp en niet of nauwelijks met de aanbieder.
Ook feitelijk een voldoende
In het onderzoek is bij de deelnemende cliënten thuis ook een technische controle uitgevoerd. Daarbij werd gekeken of het huis niet alleen voor het gevoel van de mensen goed schoon was, maar ook feitelijk. Alle aanbieders scoren hier voldoende. Er waren enkele verbeterpunten. Die zijn inmiddels besproken met de aanbieders.
Dank uitspreken
Wethouder Jolanda de Heer- Verheij is blij met deze resultaten. “Een tijdje geleden scoorde ook de rest van de ondersteuning binnen de
Wmo al goede cijfers. Dat ook de huishoudelijke hulp zo goed gewaardeerd wordt, geeft me vertrouwen dat we op de goede weg zijn met de ondersteuning. Natuurlijk geldt altijd dat mensen eerst in hun eigen netwerk kijken of ze hulp kunnen krijgen. Die oproep blijven we doen. Maar voor inwoners die het écht nodig hebben, is de ondersteuning dus goed geregeld. Een woord van dank en ondersteuning naar de medewerkers die de huishoudelijke hulp geven, is hier op zijn plaats! Het is prachtig om te zien dat zij zo hun best doen. Zulke hoge tevredenheidscijfers krijg je niet zomaar!”
Maatregelen
Vorig jaar nam het college van B&W enkele maatregelen om de kosten beheersbaar te houden. Zo moesten de aanbieders scherper gaan toetsen of ondersteuning echt nodig was. De aanbieders geven aan dat zij dit gedaan hebben. Toch is het aantal cliënten dat gebruik maakt van de ondersteuning meer gegroeid dan was verwacht. De oorzaak daarvan is vooral een sterke groei in de vraag. En dat komt door de vergrijzing en het feit dat steeds meer mensen langer thuis blijven wonen. Maar ook konden de wachtlijsten weggewerkt worden doordat er meer hulpen beschikbaar kwamen. Daarnaast moesten aanbieders jaarlijks met hun cliënten bespreken welke mate van ondersteuning nog nodig is. Er is gebleken dat veel cliënten zo’n evaluatiegesprek niet hebben gevoerd. De gemeente heeft met de aanbieders afgesproken dat zij dit alsnog gaan doen. De cliënten die wél zo’n gesprek hebben gehad, herkennen dit niet als een evaluatiegesprek. Daarbij is de vraag of de cliënt ook ondersteuning vanuit het eigen netwerk kan krijgen, een blijvend aandachtspunt. De inzet van het eigen netwerk is niet altijd haalbaar. Daarom is de ondersteuning ook maatwerk.
Verwachting minder cliënten
De verwachting is, dat het aantal cliënten van de huishoudelijke hulp vanaf 2026 zal verminderen. Dan wordt de afschaffing verwacht van het zogenoemde ‘abonnementstarief’ voor de Wmo. Dit is het vaste maandbedrag voor de eigen bijdrage dat cliënten moeten betalen. Sinds deze niet meer inkomensafhankelijk is, is het aantal cliënten voor huishoudelijke ondersteuning flink toegenomen. Omdat dit bedrag vanaf 2026 weer afhankelijk wordt van het inkomen, zal het aantal cliënten verminderen.